Snijbonen, pronkbonen en sperziebonen (prinsesseboontjes) kunnen de hele maand juni worden gezaaid. Zaai ze gespreid zodat er steeds wat te oogsten is.
Verder kun je in juni nog zaaien: sla, bieten, worteltjes, winterwortelen, koolrapen, knolvenkel, snijbiet en bosui.
Pluk peultjes regelmatig en als ze nog jong zijn. Als ze te lang aan de plant hangen worden ze stug.
Voorgezaaide koolgewassen en herfstprei moeten nu worden uitgeplant. Ook courgette en pompoenen als dat nog niet is gedaan.
Vergeet niet tomaten en aubergine te dieven; dit is de blaadjes in de oksels van de plant weghalen.
De bloemkool die vroeg is gezaaid moet worden afgedekt als de kooltjes gevormd zijn, dus de bladeren die het dichtst bij de kool zitten omknakken en over de kool heen leggen, Zo blijft de kool wit.
Onder de aardbeienplanten stro of dennennaalden leggen, dan blijven de aardbeien schoon.
Boerenkool kan nu worden voorgezaaid in potten. Let op of het herfst- of winterboerenkool is. Winterboerenkool kan de hele winter blijven staan.
Andijvie en ijsbergsla voor de oogst in de herfst moeten nu worden voorgezaaid.
Ook roodlof en groenlof voor in de roerbakschotel kunnen nog gezaaid worden. Snij de blaadjes af, dan loopt de plant weer uit.