Aan kiemplanten is in het begin maar weinig te zien. Ze dragen nog niet de kenmerken van de plant die er straks uit zal groeien. De beginnende moestuinder komt er dan ook snel achter dat in de volle grond 'breedwerpig' zaaien niet zo'n goed idee is.
Er komt hier van alles op, wat is nu wat ik gezaaid heb?
Strakke rijtjes dus, met aan begin en eind een stokje, dan is duidelijk wat de bedoelde kiemplantjes zijn en kan er overal elders in ieder geval vast geschoffeld worden.
Toch bieden ook kiemplanten best wat mogelijkheden voor herkenning. Ze hebben bijvoorbeeld meestal kenmerken die tenminste verwijzen naar hun familie. De kruisbloemigen hebben ronde kiemblaadjes met een karakteristieke inkeping midden bovenaan de bladrand: kolen, paksoi, radijs, rucola, muurbloem.
Schermbloemigen hebben lange smalle kiembladen die geleidelijk versmallen in de bladsteel: selderie, peterselie, dille, peen. Maar zij zijn niet de enige met smalle kiembladen, denk maar aan spinazie.
De kiembladen van vlinderbloemigen zijn dik, vlezig (bv. lupine), maar blijven vaak onder de grond en worden dan dus ook niet groen (bv. tuinbonen, blauwschokkers, lathyrus).
Vaak is het de kleur die de toekomstige plant verraadt: rode melde/roodbruin, bronsbladige venkel/bruin, akelei/blauwgroen.
Dan komt het eerste echte blaadje, een wereld van verschil. Opeens heb je peterselie.
Sterker nog, je kunt zelfs snijpeterselie van krulpeterselie onderscheiden.
Is de toekomstige plant sterk behaard, dan merk je daar bij de kiembladen niets van. Maar het eerstvolgende blaadje draagt al duidelijk dit kenmerk.
Als het zaad in potjes of bakjes is voorgekiemd, kan er verspeend worden zodra de eerste echte blaadjes er zijn. Voorzichtig losschudden uit de zaai- en stekgrond en de plantjes vastpakken aan een blaadje en nooit aan de stengel – zeiden ze in het programma Gardeners World (BBC). Ze zullen wel gelijk hebben.
De worteltjes neerlaten in een gaatje en de grond eromheen aandrukken. Mocht de hoofdwortel al veel te lang zijn: liever een stuk afnijpen dan alles in de grond proppen. Beetje gieten, een dag uit de zon houden en maar kijken hoe het verder gaat.
CM
Eerder verschenen in de Warmoezenier van april 2004